Tijdens gesprekken met beleggers gaat de aandacht meestal uit naar het gedeelte van de portefeuille dat is belegd in aandelen. Gezien de lage rentes en dito opbrengsten in de jaren voor 2022 is dat niet zo heel vreemd. Nu de rentes echter flink zijn gestegen, komen ook de obligaties als relatief aantrekkelijke beleggingsmogelijkheid weer meer ter sprake. En wat ons betreft is dat terecht.
Voor spaarders geldt dat beleggen in obligaties intussen weer een serieus te overwegen alternatief is. Want hoewel de spaartarieven wat zijn gestegen, wegen ze nog steeds niet op tegen de relatief hoge inflatie. Met uitholling van de koopkracht tot gevolg.
Maar blijft deze situatie ook zo? Of zal de inflatie verder dalen en de rente stijgen zodat we terugkeren naar een periode dat sparen weer aantrekkelijk is? Om deze vragen te kunnen beantwoorden is het van belang een zo goed mogelijke inschatting te maken van het toekomstige verloop van de inflatie en het daaraan gekoppelde monetaire beleid van de Centrale Banken.
In dit artikel zullen we nader ingaan op deze twee onderwerpen waarbij we denken vanuit het meest waarschijnlijke scenario en waarbij we bovendien zullen aangeven wat volgens ons een passende rentestrategie is.
Uit de recente macro-economische data blijkt dat de inflatie zich positief blijft ontwikkelen. Dat wil zeggen dat de inflatie richting het gewenste niveau van de Centrale Banken tendeert (dat is ongeveer 2%). Voor de korte termijn lijkt een verdere ontspanning op het rentefront daarom logisch. Deze gunstige inflatieontwikkeling wordt onder andere gevoed door de iets minder gunstige werkgelegenheidscijfers (zie de cijfers met betrekking tot de werkloosheid, de openstaande vacatures, het gemiddelde uurloon en de groei in het aantal banen hieronder weergegeven) en de redelijk stabiele brandstof- en energieprijzen.
Op de langere termijn schuilen de gevaren in een aantal wereldwijde ontwikkelingen die momenteel ‘samenvallen’. Het gaat om de volgende zaken:
• Een te ruim monetair beleid door meerdere Centrale Banken om de rentelasten op de historisch hoge staatsschulden van hun landen ‘houdbaar’ te houden;
• Politieke verschuivingen in Europa en de VS lijken ervoor te zorgen dat de aandacht van de politiek verschuift naar meer uitgeven en minder bezuinigen. Tevens lijkt er een anti-immigratie beweging op gang te komen die uiteindelijk opwaartse druk op de lonen kan geven door gebrek aan arbeidskrachten;
• Onder andere investeringen in mijnbouw en traditionele energiebronnen leiden tot een daling van het aanbod van metalen, mineralen en fossiele brandstoffen (terwijl de vraag zal stijgen);
• Elektrificatie gaat leiden tot een forse groei van de vraag naar energie zonder dat er voldoende energie beschikbaar is. Ook gaat deze elektrificatie leiden tot een forse stijging van de vraag naar materialen (mineralen en metalen) en arbeid die niet voldoende voorhanden zijn;
• De-globalisatie/protectionisme die gaat leiden tot het fors duurder worden van producten;
• Enorme toename van investeringen in defensie die gaan leiden tot een fors stijgende vraag naar bepaalde materialen en arbeid;
• Bovengemiddeld hoge investeringen in infrastructuur en netwerken die gaan leiden tot een fors stijgende vraag naar bouwmaterialen, andersoortige materialen en arbeid;
• Algemene economische en demografische ontwikkelingen die al langer gaande zijn zoals ontgroening, vergrijzing, en dergelijke.
Daarnaast kunnen en moeten we leren van het verleden. En ook vanuit dat perspectief blijft waakzaamheid geboden. Dat verleden leert namelijk dat een aanzienlijke inflatiestijging veelal niet een op zichzelf staand feit is maar dat inflatie zich ontwikkelt ‘in meerdere golven’. Zie de afbeelding hieronder voor ‘het verstaan van de geschiedenis’. Hiermee is natuurlijk niet gezegd dat het verleden zich herhaalt, maar een gewaarschuwd mens telt voor twee.
Het is nu ongeveer één jaar geleden dat de centrale banken van de VS en Europa een rentepauze aankondigden. De inflatie leek destijds ‘te toppen’ en daarom werd het volgens de centrale bankiers hoog tijd om de gevolgen van de hogere rente eerst verder af te wachten en de rente voorlopig niet verder meer te verhogen. De rente was in hun ogen genoeg verhoogd om de inflatie weer richting de 2% te laten tenderen. Intussen heeft de ECB zelfs besloten haar geldmarktarieven na lange tijd weer te verlagen met 0,25% waarbij de financiële markten zijn voorbereid op minstens een tweede verlaging in het komende najaar. De Centrale Bank van de VS is nog niet zover maar heeft bij monde van haar president, de heer Jerome Powell, laten blijken in september ook het voornemen te hebben de rente te verlagen. Kortom, een cyclus van meerdere renteverlagingen lijkt gestart. Zeker nu steeds meer economische data wijzen op een stagnerende economische groei, lijken meerdere renteverlagingen aanstaande.
Goed nieuws derhalve voor particulieren en bedrijven met een financieringsbehoefte en/of een bestaande schuld. Minder goed nieuws voor vermogenden die na jaren van ‘tevergeefs’ sparen hun rentevergoedingen weer zagen stijgen. Deze laatste groep moet rekening houden met opnieuw een periode van renteverlagingen. Het goede nieuws is dat we niet verwachten dat we weer terugkeren naar een periode van negatieve rentes.
Tegelijkertijd gaan de Centrale Banken door met het opkopen van obligaties met het geld dat vrijkomt uit de aflossing van eerder aangekochte obligaties. Een deel van het eerder gecreëerde geld blijft dus werkzaam in het financiële systeem met een mogelijke opwaartse inflatiedruk tot gevolg. Dit doen de Centrale Banken om de rentebewegingen te blijven controleren (de zogenaamde Yield Curve Control) om zodoende te voorkomen dat de rente (te snel) stijgt en de betreffende landen geconfronteerd worden met te hoge rentelasten op hun bovengemiddeld hoge staatsschulden.
Volgens meerdere economen zouden de Centrale Banken de rente voorlopig beter op dit hogere niveau kunnen handhaven en zouden ze moeten stoppen met het opkopen van obligaties. Dit omdat zij vinden dat de inflatie nog steeds te hoog is en de risico’s van een hernieuwde inflatiestijging op de loer liggen. En hier raken deze economen een gevoelige snaar; de rente zou langer op dit niveau moeten blijven om de inflatie effectief te bestrijden, maar tegelijkertijd moet de rente worden verlaagd om de afzwakkende economie te stimuleren stijgende staatsschulden als gevolg van de oplopende begrotingstekorten beheersbaar te houden.
Concreet kan de bovenstaande situatie gaan leiden tot een scenario van lage spaarrentes in combinatie met een hoge inflatie. Een vorm van financieel repressief monetair beleid waarbij de spaarder een rentevergoeding ontvangt die onvoldoende is om de inflatie te compenseren. Wat ons betreft een realistisch scenario voor de komende jaren waarbij alleen maar sparen geen soelaas meer biedt.
Maar wat is dan een passende strategie? Een terechte vraag gelet op de jaren die achter ons liggen en het vooruitzicht voor de komende jaren zoals hierboven beschreven.
Blijven sparen betekent hoogstwaarschijnlijk een verdere uitholling van de koopkracht. Voor consumenten een vervelend perspectief omdat voor geplande grotere uitgaven steeds meer geld nodig zal zijn om deze uitgaven te kunnen realiseren.
Maar ook voor vermogensfondsen, gericht op het financieel ondersteunen van ideële doelen en activiteiten, een vervelend vooruitzicht. De inkomsten uit het vermogen zullen relatief steeds minder worden, hetgeen de ‘geef doelstellingen’ van het vermogensfonds onder druk kan zetten.
In zo’n geval is het goed om weloverwogen na te denken over andere manieren van investeren van (een deel van) het fondsvermogen. En dat hoeft niet gelijk in allerlei moeilijke en risicovolle beleggingen te zijn. Juist niet, zouden we zeggen. Na jaren van lage en negatieve rentes kunnen ook obligaties momenteel een prima oplossing zijn. Met beperkte risico’s die goed te overzien zijn, kan een substantieel hoger rendement behaald worden dan met sparen op dit moment wordt gerealiseerd. Zelfs een rendement waarbij de koopkracht kan worden gehandhaafd.
Uiteraard begint het dan met het oriënteren op de alternatieven die er zijn voor een deel van uw fondsvermogen. Maar ook de huidige situatie van uw fonds en haar doelstellingen zijn van belang. Net zoals de risicoperceptie van de bestuursleden, de inhoud van uw beleggingsstatuut en/of de gewone statuten. Een vrijblijvend persoonlijk gesprek kan u in dat geval wellicht verder helpen. En als dat zo is dan zijn we u graag van dienst.
Maar ook het bijwonen van één van onze kennismakingslunches kan een manier zijn om u alvast wat nader te laten informeren. Deze eerstvolgende staat gepland op 6 december (van 12.00 uur tot ongeveer 14.00 uur). Aanmelden kan via info@comfortvermogensbeheer.nl.