< terug naar nieuwsoverzicht

Duurzaamheidsverslagging in de non-profitsector: tijd voor actie?

10/10/2024
De afgelopen jaren is het belang van duurzaamheid/maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) sterk toegenomen. Steeds meer stakeholders verlangen van organisaties dat er transparant wordt gerapporteerd over de duurzaamheidsprestaties van organisaties. Dit komt onder meer tot uiting in de Green Deal van de Europese Unie (EU).

Om de doelstellingen van de Green Deal te kunnen behalen, heeft de EU een actieplan opgesteld met diverse richtlijnen welke moeten worden geïmplementeerd door de lidstaten in nationale wetten. Eén van deze richtlijnen betreft de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) die toeziet op de rapportageplicht op het gebied van ESG. De specifieke werkingssfeer voor Nederlandse organisaties is uitgewerkt in het Implementatiebesluit richtlijn duurzaamheidsrapportering (CSRD).

Uit het implementatiebesluit blijkt dat de CSRD in beginsel (vanaf 1 januari 2024) alleen zal gelden voor grote ondernemingen. Er zal geen verplichting komen voor stichtingen en verenigingen. De non-profitsector is echter bij uitstek een sector waarvoor dit onderwerp juist intrinsiek van belang is: het maken van impact! De hoogste tijd voor de sector om zelf de handschoen op te pakken?

Duurzaamheidsverslaggeving

Eerst gaan we wat dieper in op de vraag wat duurzaamheidsverslaggeving nu precies is. Hoewel duurzaamheid vaak wordt geassocieerd met het milieu is het begrip breder geworden in de loop van de tijd, zich toespitsend op 3 onderdelen:

  1. milieu – environmental (o.a. CO2-emissies, afval- en milieubeheer);
  2. maatschappij – social (o.a. arbeidsomstandigheden, diversiteit);
  3. (goed) bestuur – governance (o.a. integriteit, anti-fraudebeleid).

Dit wordt doorgaans samengevat met de afkorting ESG. Waar het bij financiële verslaggeving gaat om het creëren van nut bij rationele, individuele financiële beslissingen door financiële stakeholders (Williams & Ravenscroft, 2015), gaat het bij duurzaamheidsverslaggeving daarnaast ook om de niet-financiële elementen. Het is met name nodig om maatschappelijk draagvlak te creëren om het eigen bestaansrecht te borgen (Orij, 2024).

Bij duurzaamheidsverslaggeving gaat het in de basis om 2 aspecten:

  1. Inside-out aspect: de negatieve en positieve gevolgen die organisaties hebben op milieu en maatschappij (bijv. schade aan de natuur);
  2. Outside-in aspect: de risico’s en kansen die ontwikkelingen in het klimaat/duurzaamheidsaspecten hebben op de organisatie (bijv. CO2-heffingen of ontwikkeling van nieuwe duurzame producten).

Orij (2024) koppelt de tweede categorie aan ‘(financieel) nut’ en de eerste categorie aan ‘noodzaak’. Grofweg kan gesteld worden dat de informatieverschaffing over outside-in aspecten met name gaat over financiële informatie die van financieel nut is voor de aandeelhouders/financiële stakeholders. Informatieverschaffing over inside-out aspecten gaat daarentegen meer over ‘impactinformatie’ wat van maatschappelijk nut is voor een brede groep stakeholders (noodzaak).

CSRD

Voor de inhoud van de duurzaamheidsrapportage onder de CSRD is een specifiek raamwerk opgesteld, de European Sustainability Reporting Standards (ESRS). Dit raamwerk geeft specifieke invulling aan alle onderdelen, eisen en onderwerpen waaruit de duurzaamheidsrapportage moet bestaan. Voor iedere organisatie bestaat het in totaal uit vier hoofdonderdelen die weer uiteenvallen in 12 ESRS-standaarden:

  • Een algemeen deel (ESRS 1 en ESRS 2);
  • Drie inhoudelijke delen:
    1. Milieu (ESRS E1 – E5)
    2. Sociaal (ESRS S1 – S4)
    3. Governance (ESRS G1)

De CSRD hanteert daarnaast het begrip ‘dubbele materialiteit’, wat inhoudt dat er zowel over de inside-out aspecten als de outside-in aspecten moet worden gerapporteerd (voor zover een onderdeel materieel is voor stakeholders). Hierbij moet tevens de ‘upstream’ en ’downstream’-waardeketen van de organisatie worden betrokken. Hieronder vallen alle directe en indirecte relaties, zoals klanten en toeleveranciers.  De CSRD vereist dat de rapportage moet worden voorzien van een door een accountant af te geven assurancerapport met beperkte mate van zekerheid.

Schematisch is het voorgaande als volgt weer te geven:

Figuur 1 - Structuur ESRS
Non-profitsector: welke stappen te nemen?

Hoewel de CSRD dus niet verplicht wordt voor stichtingen en verenigingen, zou het wel op andere wijzen een rol kunnen gaan spelen vanwege:

  • specifieke eisen op enkele ESG-onderwerpen die door CSRD-plichtige organisaties worden gesteld aan ketenpartners;
  • andere stakeholders die eisen kunnen stellen op dit gebied, zoals de overheid of grotere donoren.

Behalve vanwege mogelijke externe verplichtingen zou het welbeschouwd veel mooier zijn om vanuit een intrinsieke motivatie aan de slag te gaan met dit onderwerp. Als sector die er is ten behoeve van het algemeen nut (ANBI) kan een doordachte duurzaamheidsstrategie (gericht op impact/collectief nut) toch niet ontbreken?

Dit onderwerp kan vervolgens sectorbreed en per organisatie worden opgepakt.

  1. Sectorbreed:

Het is allereerst belangrijk dat de non-profit sector zich verenigt en met beleidsbepalers/brancheorganisaties in gesprek gaat over dit onderwerp. Zo kan er een brede inventarisatie worden uitgevoerd naar de informatiebehoefte van belanghebbenden in de sector en of deze informatie betrouwbaar en meetbaar kan worden opgeleverd. Tevens kan zo tijdig worden nagegaan of de CSRD mogelijk toch op enigerlei wijze van toepassing kan worden in de toekomst. Mocht dit het geval zijn, dan kan al vanuit de sector meegedacht worden over eventuele sectorspecifieke indicatoren.

Er wordt daarnaast al geruime tijd in de sector nagedacht over het onderwerp impact(meting). De CSRD kan ook kansen bieden om verder met dit onderwerp aan de slag te gaan.

  1. Per organisatie:

Als non-profitorganisatie is het van belang om serieus met het onderwerp duurzaamheidsverslaggeving aan de slag te gaan. Wat betreft de verslaggeving kan in ieder geval worden gestart om dit (concreter) op te nemen in het bestuursverslag (als onderdeel van het jaarverslag). Hierbij kunnen de 17 Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties onder meer als uitgangspunt worden gehanteerd, waarbij per doel wordt beschreven hoe hier invulling aan is gegeven. Eventueel kan ook kennis worden genomen van de ‘Handreiking – Maatschappelijk verantwoord ondernemen’ van Partos. Hierin zijn diverse tips opgenomen om MVO-beleid nader te integreren in de strategie van een organisatie, waarbij ook praktijkvoorbeelden zijn opgenomen.

Zo wordt er op goede wijze invulling gegeven aan het maatschappelijk doel van non-profitorganisaties!

Literatuurverwijzingen:

  • Orij, R. (2024). Duurzaamheidsverslaggeving: nut of noodzaak. Oratie. Nyenrode Business Universiteit, Breukelen.
  • Williams, P. F., & Ravenscroft, S. P. (2015). Rethinking decision usefulness. Contemporary Accounting Research, 32(2), 763-788.