Als een werkgever bij UWV een aanvraag indient voor ontslag wegens bedrijfseconomische redenen,wordt de subsidie gekort. Het loon van de werknemer(s) voor wie de ontslagaanvraag wordt ingediend, wordt eerst verhoogd met 50% en vervolgens wordt dat bedrag in mindering gebracht op de loonsom waarvoor subsidie ontvangen wordt.
Als de loonsom van maart tot en mei is gedaald ten opzichte van de loonsom van januari, wordt het subsidiebedrag lager. Als aan de overige voorwaarden niet is voldaan dan kan UWV het voorschot opschorten of eventueel een al gegeven voorschot terugvorderen.
Bij de aanvraag committeert de werkgever zich vooraf aan de verplichting géén ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen aan te vragen voor zijn werknemers gedurende de periode waarover de tegemoetkoming ontvangen wordt.
o indien 100% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 90% van de loonsom van een werkgever;
o indien 50% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 45% van de loonsom van een werkgever;
o indien 25% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 22,5% van de loonsom van de werkgever.
U kunt NOW aanvragen zodra de regeling is opengesteld en tot en met 31 mei 2020. Houd de website van UWV en Rijksoverheid.nl in de gaten voor de openstelling van de regeling.
Dit kan bij het UWV.
Binnen welke termijn kan ik een reactie op mijn aanvraag voor de NOW-subsidie verwachten?
UWV streeft ernaar om binnen twee à vier weken (de eerste termijn van) het voorschot te betalen aan de werkgever. Daarbij gaat men weluit van een volledige aanvraag. U ontvangt in die periode ook de subsidiebeschikking.
UWV streeft ernaar om binnen twee à vier weken na aanvraag(de eerste termijn van) het voorschot te betalen aan de werkgever.
Voor de definitie van omzet wordt aangesloten bij de omzetdefinitie in het jaarrekeningenrecht.
Kern is dat het omzetbegrip in deze regeling zo dicht mogelijk aansluit bij het activiteitenniveau van de onderneming, instelling, of het concern. Hierin wordt uitgegaan van de netto-omzet: de opbrengst uitlevering van goederen en diensten uit het bedrijf van de rechtspersoon onder aftrek van kortingen en over de omzet geheven belasting. Opbrengsten zijn baten die ontstaan bij de uitvoering van de normale activiteiten van een onderneming.Dit betekent dat omzet wordt verantwoord als de activiteiten betrekking hebben op de levering van goederen of diensten voor een specifieke klant waarmee een(verkoop)contract is gesloten.
Ontvangt u andere opbrengsten dan uit de verkoop, zoals uitkeringen, subsidies, renteopbrengsten en bijdragen vanuit een overheidsinstelling of andere opbrengsten, zoals giften, of declaraties vanuit zorgverzekeraars? Dan vallen deze opbrengsten voor de regeling ook onder omzet.
U kunt een omzetdaling opgeven in een aangesloten meetperiode van drie maanden die start op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020 (bijvoorbeeld van 1 april t/m 30 juni). De omzet in deze driemaandsperiode wordt vergeleken met een referentieperiode. Uitgangspunt is dat de referentieperiode de omzet van januari tot en met december 2019 is gedeeld door vier. Ondernemingen die op 1 januari 2019 nog niet bestonden hanteren een andere berekening van de omzetdaling.
Er is gekozen voor een omzetberekening die eenvoudig is vast te stellen en goed controleerbaar is. Dit is nodig omdat de regeling eenvoudig moet zijn om snel grote aantallen aanvragen te kunnen behandelen. Daarin wordt in zekere mate met verschillende factoren rekeningen gehouden, maar niet met elke factor afzonderlijk, zoals seizoensinvloeden.
Nee. De tegemoetkoming in de loonkosten heeft betrekking op de loonkosten tussen maart en mei 2020, ongeacht over welke van driemaands perioden (meetperiode) de omzet is bepaald.
Als u onderdeel van een concern bent dan moet u de omzet van de groep of verbondenrechtspersonen tezamen opgeven om te bepalen of u in aanmerking komt voor de NOW. De werkgevers in de groep moeten dus hetzelfde percentage verwachte omzetdaling en dezelfde meetperiode voor de omzetdaling kiezen.
Sommige ondernemingen zullen verschillende takken in afzonderlijke werkmaatschappijen hebben ondergebracht; anderen zullen dat niet gedaan hebben en hebben het in één werkmaatschappij. Dergelijke organisatorische keuzes zouden niet van invloed moeten zijn op de bepaling of men voor NOW in aanmerking komt. Daarom is gekozen voor een omzetbepaling op concernniveau. Op concernniveau komen juist de omzetdaling en de inzet van personeel bij elkaar. Dat is onder andere het geval bij personeel bv’s, waarbij de werknemers in dienst zijn bij een andere entiteit dan de entiteiten waar de omzet wordt gegeneerd.Op concernniveau kunnen deze aan elkaar worden verbonden.
Ook is gekozen voor dit niveau vanwege de helderheid en de controleerbaarheid.Daarbij is met name van belang de grote rol die onderlinge verrekeningen kunnen hebben in de omzetbepaling per werkmaatschappij. Voor het jaarrekeningenrecht is namelijk de omzetbepaling op het concernniveaudoorslaggevend.
Als u onderdeel van een concern bent dan moet u de omzet van de groep of verbondenrechtspersonen tezamen opgeven om te bepalen of u in aanmerking komt voor de NOW. De werkgevers in de groep moeten dus hetzelfde percentage verwachte omzetdaling en dezelfde meetperiode kiezen. U moet wel per loonheffingennummer een aanvraag doen. Zorg dus dat u binnen de groep of de verbondenrechtspersonen hier vooraf een goede keuze in maakt.
Een accountantsverklaring is niet vereist als u een aanvraag doet voor een voorschot.
In beginsel is een accountantsverklaring wel vereist bij het verzoek tot het vaststellen van de definitieve subsidie. Er wordt nog duidelijkheid gegeven onder welke grens van het subsidiebedrag een accountantsverklaring niet is vereist.
Ook zal dan helderheid worden gegeven wat voor soort accountantsverklaring wordt vereist indien u een accountantsverklaring moet overleggen.
Hier komt naar verwachting op korte termijn meer informatie over.
U kunt uw werknemers uitlenen aan een andere werkgever. Als dat gebeurt bij wijze van hulpbetoon zonder winstoogmerk (maximaal tegen loonkosten en een kleine opslag), dan is er sprake van collegiale uitleen.
Wanneer u kosten in rekening brengt voor de uitleen heeft dat mogelijk gevolgen voor uw recht op NOW. Het recht op en de hoogte van de NOW-tegemoetkoming wordt namelijk bepaald door uw omzetverlies. Door het in rekening brengen van kosten voor uitleen, genereert u omzet. U dient er dan tevens rekening mee te houden dat de Wet allocatie arbeidskrachten bij intermediairs (Waadi) van toepassing is, wanneer er meer dan een kleine opslag op de loonkosten wordt betaald. In dat geval geldt de loonverhoudingsnorm. Dit betekent dat werknemers recht hebben op hetzelfde loon en overige vergoedingen als werknemers in gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de inlener. Hier kan bij cao van worden afgeweken. Ook heeft u als uitlenende werkgever een registratieplicht. U moet ingeschreven staan bij de KvK. Bij deze inschrijving wordt opgenomen dat u de activiteit van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten uitoefent.
Het kabinet hecht veel waarde aan een robuuste regeling waarbij het risico op misbruik zo veel mogelijk wordt beperkt. Uitgangspunt is dat de werkgever verantwoording aflegt over de wijze waarop hij aan de subsidievoorwaarden voldoet. Daarbij bestaat de mogelijkheid om achteraf zijn administratie te controleren.
Er wordt voorts gebruik gemaakt van diverse controlemechanismen. Bij het vaststellen van voorschot en subsidie wordt zo veel mogelijk uitgegaan van informatie die al bij UWV bekend is. Ook zal ter controle van aanvragen gebruikgemaakt worden gegevensuitwisseling tussen UWV en de Belastingdienst. UWV heeft de mogelijkheid te veel verstrekte subsidie terug te vorderen. Bij fraude kan UWV aangifte doen bij het Openbaar Ministerie.
Heeft u vragen over de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid? Neem dan contact met ons op.